“Graag nodigen we jullie uit voor ons huwelijk dat plaats zal vinden op zaterdag 10 september.” Het blijft gek dat je ineens een leeftijd hebt waarop vriendinnen gaan trouwen of kinderen krijgen, terwijl je zelf nog steeds moet leren binnen de lijntjes te kleuren. Trouwen is toch iets wat volwassenen doen? Maar Lori gaat gewoon al trouwen. Met Coen. En niet in partycentrum de Kegel om de hoek, maar in een hotel aan het sprookjesachtige Comomeer in Italië.
Als je er dan toch bent, kun je er net zo goed een week vakantie aan vast plakken. Dus Mr. Boyfriend en ik besluiten om een weekje te gaan kamperen. Lekker budget. Tentje geleend van vader, tankpas mee, Aerobed mee, slaapzak, wat kleren en ‘Andiamo!’ Wij gaan een week ongegeneerd genieten met Italiaanse rode wijntjes en pittige peperoni pizza. Aan het Comomeer. Joe!
Drie krentenbollen, een halve zak Engelse drop en 200 km verder realiseerde het vriendje zich dat hij zijn zwembroek vergeten was. Niet veel later werd dat lijstje aangevuld met zijn slaapzak, handdoek en hoofdkussen. Helaas had hij zijn tandenborstel gewoon ingepakt. Sinds ik hem ken staat de tandenborstel namelijk bovenaan de lijst van vergeten spullen. Hoewel ik moet zeggen dat hij die tandenborstel de laatste tijd belachelijk vaak bij zich heeft. Helaas pindakaas voor de schattige blauwe reistandenborstel die ik voor hem heb meegenomen. 😉
Na de bruiloft en twee nachten in een heerlijk hotel, werd het tijd voor onze eerste relatietest: Samen de tent opzetten. En dat bleek niet zomaar een tentje. Nee, dit is een asociale beuker. Eentje die in het midden zo groot is dat de 1,95m lange vriend er rechtop in kan staan. Een tent met twee binnententen die zo groot zijn dat je er een opgeblazen tweepersoons Aerobed in kunt zetten zonder de zijkanten van de tent te raken. Dit zou weleens onze eerste ruzie kunnen worden… En het zou dit verhaal een stuk spannender maken als we elkaar vloekend en wel de hersens hadden ingeslagen met een fles Italiaanse rode wijn. Maar binnen een uur stond de beuker te shinen in de Italiaanse zon. Bam! Tijd voor wijn en een goed belegde Italiaanse bol. Met dank aan de column “Vakantievreugd” van Youp van ’t Hek (2013), was de opener eerder ingepakt dan de tandenborstels. Ook hier geen ongewenste spanningen. We proostten met onze plastic bekertjes en keken trots naar de beuker.
Zoek de verschillen 😉
De volgende ochtend kijken we elkaar met kleine oogjes aan. Een (te zacht opgepompt) Aerobed is net een schommelschip als je er met z’n tweeën op ligt. En de muggen bleken op mysterieuze wijze toch onze hermetisch afgesloten binnentent te zijn binnengedrongen. Kortom, er werden weinig ogen dichtgedaan en nu krijgen we ze nog maar half open. Een straffe bak espresso en een broodje met lokale kaas, pesto en tomaat brengen ons weer tot leven. Na twee nachten verruilen we camping Magic Lake voor een fijne camping in Levanto, 200 meter van de kust en vlakbij Cinque Terre.
Er is nog plek voor onze tent op het bovenste deel van de camping. Een verdieping lager mag de auto geparkeerd worden. Tijd om de beuker weer op te zetten. Dit keer met een extra moeilijkheidsgraad. 32 graden, trappen van de auto naar de kampeerplek en een harde kleiachtige ondergrond waar je de haringen (zonder hamer) maar half in krijgt. Na een uur staan we glinsterend van de zweetdruppels te hijgen naast de beuker. Met bijpassend: beukende honger. Op zoek naar pizza! We ploffen neer bij het eerste restaurant dat we tegenkomen. “Zullen we in Florence gewoon in een hostel gaan slapen?” vraagt de vriend voorzichtig. “Het scheelt toch een deel van de dag, als je niet steeds die tent op hoeft te zetten.” Intern doe ik een klein vreugdedansje. Gelukkig, hij denkt er ook zo over! Ik vond mezelf al een verwende snob, dat ik het toch niet zo leuk vond als vroeger met mijn ouders. En zo budget blijkt het helemaal niet te zijn. Voor 40 euro per nacht kun je ook in een hostel slapen, toch? Of via Airbnb? Binnen no time staren we allebei (heel romantisch) naar onze telefoons, op zoek naar hostels en hotels in Florence.
Op onze laatste nacht in de beuker was het feest. Onweer met keiharde plensbuien. Wij lagen hoog en droog op het Aerobed in de afgesloten binnentent. Maar de rest van de tent was een pietsie minder droog. Het onderzeil zorgde ervoor dat er een klein zwembadje ontstond, waar voornamelijk de kleren van Mr. Boyfriend het heel leuk in hadden. Die ochtend besloten we de natste spullen uit te wringen en buiten te hangen. “Het zal nu wel droog blijven toch?” Even ontbijten en een goede bak koffie drinken en daarna zouden we de tent afbreken. Nou, dat laatste hoefden we niet meer te doen. We hadden de eerste kop cappuccino nog niet besteld of het kwam weer met bakken uit de lucht. Op de camping bleek dat de regen onze tent al voor ons had afgebroken. De half ingestoken haringen waren de grond uitgedreven en de beuker lag als een hoopje ingestorte ellende op de grond. Oké, deze kampeergroentjes houden het voor gezien en gaan voortaan lekker in een hostel slapen. Arrivederci!